Clare Hammond – Wanneer de piano nog ademt

Tippett, Britten, Walton │ Clare Hammond, BBC Symphony Orchestra │ BIS-records
clare

Terwijl de kranten vol staan met discussies over AI-gegenereerde muziek in winkels en supermarkten — bedoeld om Sabam te omzeilen maar meestal klinkend alsof iemand Chopin door een blender heeft gehaald — verschijnt er gelukkig ook nog muziek waarin de mens centraal staat. Pianiste Clare Hammond bewijst met haar nieuwe cd dat interpretatie, gevoel en verbeelding nog altijd niet te programmeren zijn.

Samen met het BBC Symphony Orchestra onder leiding van George Vass brengt ze drie parels van Britse componisten: William Walton (1902–1983), Benjamin Britten (1913–1976) en Michael Tippett (1905–1998). Drie tijdgenoten, drie totaal verschillende stemmen, maar allemaal gedreven door dezelfde zoektocht: hoe klinkt menselijke expressie in een veranderende wereld?

Waltons Sinfonia Concertante (1927, herzien in 1943) spat van het leven. Oorspronkelijk geschreven als balletmuziek voor Diaghilev, is het een sprankelend stuk vol ritmische grillen, humor en Engelse elegantie. Hammond speelt het met plezier hoorbaar in elke noot — levendig, precies, en zonder een spoor van afstandelijkheid.  Daarna volgt Brittens Diversions, een werk met een verhaal dat je haast niet kunt geloven. Britten schreef het in 1940 voor Paul Wittgenstein, de pianist die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn rechterarm verloor. Wittgenstein gaf ook opdrachten aan grootheden als Ravel, Prokofjev, Korngold en Richard Strauss, en Britten voegde zich in dat rijtje met een compositie voor de linkerhand alleen. Wie luistert, vergeet dat al snel: Hammond laat de piano klinken alsof ze met twee handen speelt. In het tweede deel, Recitative, haalt ze breed uit — van links naar rechts over het klavier — met een beheersing die tegelijk krachtig en teder is. Britten geeft zijn variaties namen als Romance, March, Nocturne en Toccata, alsof hij door de muziekgeschiedenis wandelt en onderweg even groet aan Bach, Schumann en Chopin. Het laatste werk, Tippetts Piano Concerto (1953–1955), is filmisch. Geïnspireerd door Walter Giesekings uitvoering van Beethovens Vierde pianoconcerto, componeerde Tippett een dialoog tussen piano en orkest, geen strijd. Het derde en laatste is deel is opzwepend en laat je als luisteraar achter met een kamerbrede glimlach.

En dan is er nog die opvallende cd-cover. De achtergrond is duidelijk door artificiële intelligentie gemaakt — geometrisch, licht vervormd, bijna surrealistisch. Maar wie goed kijkt, merkt dat ook Hammond zelf iets té glad lijkt, alsof haar portret digitaal werd gegenereerd. Misschien is dat toeval, misschien niet. Maar het past wonderwel bij de boodschap van deze cd: dat in een tijd waarin beelden én klanken steeds vaker kunstmatig worden, menselijke interpretatie juist onmisbaar is. Deze opname is dan ook een ode aan ambacht, expressie en nuance — drie dingen die geen enkel algoritme ooit geloofwaardig zal kunnen imiteren.

Bart Debbaut, oktober 2025