De houten prins, geheimzinnige Bartók

The Wooden Prince │ Béla Bartók │ WDR Sinfonieorchester │ Linn Records

Als componist moet je geduldig zijn, je frustraties kunnen verbijten, altijd nieuwe kansen zien en blijven geloven in je talent en de bereidwilligheid van het publiek om je muziek te omarmen. Iemand die dit zeker ondervonden heeft was de Hongaarse componist Béla Bartók (1881-1945). Hij nam met zijn eerste opera, Hertog Blauwbaards Burcht in 1911 deel aan een wedstrijd voor jonge Hongaarse componisten. De commissie die de inzendingen beoordeelde, sloot het werk echter uit van deelname, omdat slechts met slechts 2 rollen en één act onvoldoende dramatisch zou zijn. De juryleden die de inzendingen op muzikale aspecten beoordeelden, hebben de opera waarschijnlijk nooit onder ogen gekregen. Pas 7 jaar later, na het plotse en onverwachte succes van zijn balletvoorstelling ‘De houten prins’, ging zijn opera uiteindelijk in première.

Het is van die balletvoorstelling waarvan het WDR Sinfonieorchester onder leiding van Christian Mãcelaru nu een opname heeft gemaakt. In dat ballet wordt een prins verliefd op een prinses, maar wordt in zijn ambitie om haar voor zich winnen tegengehouden door een fee. In een poging om de aandacht van de prinses te trekken, maakt hij een houten pop die hij zijn mantel en kroon aantrekt. De prinses kan haar nieuwsgierigheid niet bedwingen, en als de fee de houten pop tot leven wekt, gaat ze er met de pop vandoor, tot wanhoop van de prins. De fee krijgt medelijden met de prins, brengt de houten pop weer tot levenloosheid en verenigt de prins en de prinses.

Het beluisteren van muziek waar een verhaal aan vasthangt, maar waar de opvoering ontbreekt,  is niet zo eenvoudig, zeker niet bij Bartók, die toch enigszins bekend staat om zijn atonale en dissonante klanken. Je moet je als luisteraar er zelf toe dwingen het verhaal voor ogen te houden, de balletdansers als het ware aan het werk te zien, om je te kunnen inleven in de muziek die de componist erbij geschreven heeft.

Die muziek start met een bijna onhoorbare pianissimo possibile, de muziekterm die aangeeft dat een passage zo zacht mogelijk gespeeld moet worden. De dirigent volgt deze ppp met veel respect voor de componist, het duurde – ik beluisterde de cd voor het eerst in de wagen – voor ik doorhad dat het orkest al was begonnen. Op die manier bereikt hij precies wat Bartók wellicht voor ogen had: een quasi onhoorbare start en de ongemakkelijke spanning die daarbij gepaard gaat. Het orkest speelt de muziek op zo’n manier dat je als luisteraar – ook zonder het ballet te zien – de spanning, dramatiek en de suggestieve stijl waarmee Bartók het verhaal ‘vertelt’ kan begrijpen. Er zit veel kleur en ritme is deze compositie, de blazerssectie maakt het af en toe ronduit filmisch en spannend.

Kortom, dirigent en orkest hebben hun uiterste best gedaan om de muziek zo vertellend mogelijk te brengen, zodat je als luisteraar enkel je ogen nog moet sluiten en je het verhaal moet proberen voor te stellen. Als dat is gelukt, krijg je er van het WDR Sinfonieorchester nog Dance Suite Sz. 77 bovenop. Hoewel Bartók die componeerde om de 50e verjaardag te vieren van de vereniging van de steden Buda en Pest (om de Hongaarse hoofdstad Boedapest te vormen), kan je je er als luisteraar quasi zeker een sprookje bij verzinnen. Of een tekenfilm van een kat en een muis. Zoiets.

Bart Debbaut, maart 2023