Een lange heenreis

Mahler, Berg, Webern en Zemlinsky | Fin de Siècle | Chimaera Trio | MDG Scene

Zoutleeuw-Breda. Ongeveer 145 kilometer. Iets meer dan 76 minuten met de wagen. Precies de duurtijd van de tweede CD van het Nederlandse Chimaera Trio. Het ensemble koos met Mahler, Webern, Berg en Zemlinsky voor muziek die de rit naar Breda te lang deed duren. Een moeilijke muziekkeuze van klarinettiste Annemiek De Bruin, celliste Irene Kok en pianist Laurens de Man.

Kunstenaars lieten zich tegen het einde van de negentiende eeuw graag opmerken met avant-gardistische kunstuitingen. Die rebelse en radicale stroom vond ondermeer ook weerklank bij Oostenrijkse componisten uit die tijd. Niet altijd tot grote vreugde van het conservatieve Wenen. Dat is niet eigen aan die periode, ook vandaag botsen conservatieve met nieuwe ideeën. Het is een logische vorm van zelfbehoud tegenover een drang om te vernieuwen. En daar is zeker niets mis mee.

De muziek die het Chimaera Trio koos is een weerklank van die tendens naar vernieuwing. Mahler, Zemlinsky, Berg en Webern kenden elkaar, dat merk je als aandachtige luisteraar ook door de kruisbestuiving in de composities. De CD begint fris en opgewekt, met een bewerking van Ablösung in Sommer, een leuk lied op muziek gezet door Mahler. Over de koekoek die zichzelf doodzingt maar dan wordt opgevolgd door een lieve, vrolijke, mooie nachtegaal. Het contrast met veel andere stukken op de CD kan niet groter zijn: somber, mistig en grijs, met af en toe een verdwaalde zonnestraal die al snel verdween, precies zoals het weer op weg naar Breda. Ik herkende bij Zemlinsky, Berg en Webern stukjes heimwee naar hoe muziek voor hun tijd klonk. Maar het is alsof ze zichzelf verplicht hebben om wat radicaal anders te doen, en die verplichting niet noodzakelijk de muzikaliteit ten goede is gekomen. Dit is geen muziek om te beluisteren aan de open haard met een drankje en een hapje. En al helemaal niet geschikt voor een lange autorit. Toch niet wat mij betreft. Gelukkig was er dan plots Ging heut’ morgen über’s Feld, een lied van Mahler waarin hij laat zien hoe mooi de wereld kan zijn. Ook de bewerking voor klarinet, viool en piano zorgde voor een vreugdesprongetje.
De muziekkeuze doet geen afbreuk aan de kwaliteiten van het trio: de musici beheersen hun instrument, het samenspel getuigt van een bijzondere dynamiek. Het moet gezegd: de bewerkingen die Laurens de Man maakte van de liederen van Mahler zijn een voorbeeld van degelijkheid. Om de weidse gebaren van Mahler te verklanken in kamermuziek, en dan voor klarinet, cello en piano, een combinatie waar weinig voor geschreven is, moet je van goeden huize zijn.
Op dat vlak dus niets dan lof. Maar als hij dit kan met Mahler, moet het zeker ook lukken voor componisten die de zon krachtig genoeg maken om de mist te doen verdwijnen. Op de terugweg naar huis luisterde ik onder andere naar Händel, Dvorak en Bach. Ik kan u verzekeren dat die rit veel minder lang leek te duren. Maar wellicht is dat een conservatieve inschatting.